Overdenking november
“Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: “Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw nam en in drie maten meel deed, totdat het helemaal doorzuurt was.” (Mattheüs 13:33)

De Here Jezus sprak op verschillende momenten tegen Zijn discipelen over zuurdeeg. Meestal deed hij dat als waarschuwing. In Mattheüs 16:6 waarschuwt de Here Jezus voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën. In vers 12 blijkt dan dat het gaat over het onderwijs van deze beide groepen.
Zuurdeeg is een stukje deeg dat ervoor zorgt dat het brood gaat rijzen. Er is maar een klein beetje van nodig voor om het hele deeg te doorzuren. Waar de Here Jezus in het voorbeeld over het onderwijs van de Farizeeën en Sadduceeën voor waarschuwde, was dus eigenlijk dat een klein beetje van de verkeerde leer van deze mensen het hele onderwijs van de discipelen zou kunnen doorzuren, waardoor de zuivere en heldere boodschap die zij van de Here Jezus leerden al snel troebel en onzuiver zou maken.
Maar in de gelijkenis uit Mattheüs 13:33 gebruikt Jezus het precies andersom. Nu wordt het Koninkrijk van God afgebeeld als zuurdeeg. Wat de Heer hier wil zeggen is dat het Koninkrijk van God wellicht voor mensen klein begint, maar dat het de bedoeling is dat het de wereld met haar culturen zal doorzuren, zodat er een Koninkrijkscultuur zichtbaar zal kunnen worden. In Mattheüs 17 zegt Jezus dat het Koninkrijk van God binnen in jou en mij zit, omdat door de Heilige Geest ook Koning Jezus in ons is. Waar de Koning is, daar is ook Zijn Koninkrijk.
Hoe kan de cultuur van Gods Koninkrijk dan onze stad of ons dorp doorzuren? Hoe kan het de omgeving of ons land zo beïnvloeden dat er een cultuurverandering kan komen? Dat kan alleen maar wanneer wij, als dragers van Gods heerlijkheid merkbaar aanwezig zijn waar het nodig is. Licht is immers nodig op plaatsen waar het donker is. Waar het licht komt zal de duisternis verdwijnen. Duisternis is eigenlijk niets anders dan de afwezigheid van licht. Zo is de cultuur van de duisternis ook niets anders dan de afwezigheid van de cultuur van het Koninkrijk van God.
Daarom worden we opgeroepen om te leven in afhankelijkheid van God, zodat Zijn aanwezigheid merkbaar voor ons is en Zijn Koninkrijksleven steeds meer ook ons leven gaat worden. Zo wandelen we in een Koninklijk leven op deze aarde en brengen we de cultuur van Gods Koninkrijk in onze omgeving.
Zo doorzuurt het Koninkrijk van God onze omgeving en onze maatschappij. Het begint voor jou misschien klein, maar onthoudt dat er maar een klein stukje zuurdeeg nog is, om het al het meel te doorzuren. Probeer het maar. Laat Gods liefde, Gods genade, Gods vergeving en Gods kracht maar zien in je gezin, in je familie, op school, op je werk, in de sportvereniging, in de gemeente, in het buitenland. Gewoon daar waar je je geroepen weet door God. Dat is een Koninklijk leven in afhankelijkheid van Hem en tot eer van Hem.
Johan Selier
